dinsdag 27 mei 2014

Lezersbrief voor Klasse


 

Beste lezers , 

Mijn naam is Phedra Vanwinkelen, ik studeer kleuteronderwijs aan de KHleuven. Ik heb een onderzoek gedaan over rouwen in de kleuterklas, omdat  ik heel hard  geschrokken ben van het feit  dat er heel veel kinderen op jonge leeftijd al in contact zijn gekomen met verlies. Iedereen vraagt zich wel af  hoe we de kinderen het beste kunnen begeleiden tijdens hun rouwproces. Daarom vond ik deze vraag voor mij wel belangrijk.

Ik ging opzoek naar hoe kleuterleiders zelf staan tegenover  rouwen in de kleuterklas? Hoe we kunnen helpen bij het rouwproces? En In welke mate het rouwproces verschilt in de culturen.

Tijdens mijn onderzoek kwam ik dan ook tot de vaststelling, dat al heel veel kleuterleiders in contact zijn gekomen met rouwende kinderen. Kleuterleiders zelf vinden het ook heel belangrijk om hier dan ook met het kind openlijk over te praten, ze doen dit niet alleen als het in hun klas voorkomt maar ze doen dit ook als de gelegenheid er is. Een voorbeeld hier van is: wanneer het Allerzielen is of wanneer er iets gebeurd is en de media er veel aandacht aan besteedt.  Dit is op zich geen probleem, jonge kinderen hebben het vermogen om adequaat om te gaan met moeilijke situaties. Ze kunnen heel attent omgaan met verdriet, dit doen ze vaak door verhalen te vertellen over hun leven, hier komen ook personen in voor die overleden zijn.  Als kleuterleider is het dan ook de taak om het kind een veilig gevoel te geven. Ook zien hoe je communiceert met het kind is belangrijk, omdat kinderen vaak alles letterlijk opnemen wat volwassenen vertellen. Daarom  moeten we met enkele omstandigheden rekening houden als we kinderen begeleiden in het rouwproces.
Een van deze omstandigheden is dat het leven van het kind nooit meer het zelfde gaat zijn. Dood veranderd individuen en families voor altijd, daarom dat het onze taak is om er voor te zorgen dat kinderen de ervaringen van rouwen zonder ernstige schade door komen.We kunnen dit het beste doen door te luisteren naar het kind als het zijn gevoelens van pijn en droefheid uitspreekt. Ook kunnen we de kinderen een boodschap meegeven waar ze zelf veel waarde uit kunnen halen. Een voorbeeld hiervan is: Het is normaal dat we iemand missen omdat we van die persoon houden, het is niet omdat iemand dood is dat we er niet meer van kunnen blijven houden. 

Een andere omstandigheid is de cultuur waarin het kind zich bevind, het is namelijk zo dat elke cultuur anders omgaat met het overlijden. Elke cultuur heeft een ander onderdeel dat heel belangrijk is, daarom is het ook belangrijk als kleuterleider dat je weet wat in welke cultuur mag en niet mag. Een voorbeeld hier van is: In het boeddhisme mag  er geen verdriet, angst of andere negatieve emoties getoond worden bij het overlijden terwijl er bij het hindoeïsme het tonen van het verdriet heel gewoon is , zowel voor mannen als voor vrouwen.
We kunnen er uit vaststellen dat iedereen op een andere manier omgaat bij verlies, en dat dit ook beïnvloed word door verschillende omstandigheden.

Een belangrijke tip die ik uit mijn onderzoek geleerd heb is: " iedereen moet anders begeleid worden" Je moet iedereen  als een individu beschouwen. Het kind laten praten en eerlijk antwoorden op de vragen van het kind, gaat het kind helpen om het verlies te kunnen verwerken. 

Bedankt voor het lezen van mijn brief!

Vriendelijke groeten, 
Phedra Vanwinkelen

donderdag 8 mei 2014

bronnenlijst

Tijdschriften
1. Dr. Marleen Finoulst, Jan Etienne, Werner Van den Bergh (2014, Maart) Ruggensteun bij rouw. Knack Body Talk (2014), 28-29


Boeken
1.Maxime Harris(1995)Een verlies voor altijd. De levenslange invloed van de vroege dood van een ouder.(1996) Amsterdam: Bert Bakker 

2.Marilou Koene- Boulanger(2012) Rouwen om je ouder. Eeserveen: Akasha 

3.Berber Bijma, prof. Dr.G.M.lukken(2003) Herinnering aan alle zielen. Nieuwe rituelen om de doden te herdenken.(2007)Zoetermeer: Meinema

4.Manu Keirse(1996) Helpen bij verlies en verdriet. Een gids voor het gezin en de hulpverlener. Tielt: Lannoo 

5.A.Ladan, H. Groen- Prakken(1997) Kinderen en de dood.Assen: Van Gorcum

6.Richard Reoch, Yehudi Menuhin(1997)Een mooie dood, een gids voor hen die heengaan en hen die achterblijven( 1998) Houten: Van Reemst

7.Johan Snoeck(2004)" Dit doe je kinderen niet aan" Het begeleiden van kinderen op bezoek bijeen stervende. Tielt : Lannoo 

8. Marielene Leist(1979) kinderen en de dood ervaring van de dood ( 1981) Kapellen: Patmos

9. Manu Keirse( 2002) Kinderen helpen bij verlies( 2003) Tielt: Lannoo

10. Claire Vanden Abbeele(2004) Meer dan verdriet. Een boek voor jonge mensen die rouwen. Tielt: Lannoo

11.Claire Vanden Abbeele(2001) Nu jij er niet meer bent. Rouwen met kinderen en tieners. Tielt: Lannoo

Internet:
1. http://www.zapmagazine.be/dossier/verdriet/Pages/manukeirse.aspx
2.https://www.youtube.com/watch?v=UpZ3eUqGrl4
3.https://www.youtube.com/watch?v=Ymm4gwY1d8o
4.https://www.youtube.com/watch?v=RIPbxbs39gw
5.https://www.youtube.com/watch?v=a5Mv9LPxcP0
6.https://www.youtube.com/watch?v=jGCm_iPxOR0
7.http://www.in-de-wolken.nl/cultureleachtergronden-rouw
8.http://www.ingedachten.be/nl/rouwthemas/rouwen-in-verschillende-culturen
9.http://www.jongeheldenindeklas.nl/overlijden_van_een_dierbare/10_12_jaar/belangrijk_om_te_weten/multiculturele_rouw
10.http://www.palliatief.nl/Portals/31/publicaties/sterven-en-rouw-binnen-diverse-levensbeschouwingen-of-religies-april2008.pdf
11.

zaterdag 19 april 2014

leervraag 3: In welke mate verschilt het rouwproces in verschillende culturen?

inleiding

In de wereld kom je in contact met verschillende culturen, gewoontes. Maar het is veel dichter bij ons dan we zelf denken, in elke stad of dorp wonen mensen met een andere cultuur. Daarom is het belangrijk als leerkracht, mens om rekening te houden met deze verschillende culturen. Je gaat ook niet voor verassingen komen als je weet wat de gewoontes en culturele achtergronden zijn tijdens het rouwproces. 

Hieronder lees je hoe ze rouwen in verschillende culturen en waar we zeker rekening mee moeten houden.

het verschil van de verschillende culturen ? 

Boeddhisme


In deze cultuur kiezen ze ervoor om geen verdriet, angst of andere negatieve emoties te tonen bij een overlijden omdat dit een blijk geeft van een verkeerde gehechtheid. Dit is omdat ze de stervende niet willen storen.Ze zien het ook als hun taak om tijdens het stervensproces de stervende te inspireren. 

Na het overlijden wordt het lichaam enige tijd met rust gelaten. Als het bewust zijn in het lichaam verdwenen is dan wordt er geen bijzondere waarde meer aan het lichaam gehecht. 
Tijdens de uitvaart zelf spreken men mantra's uit en mediteren ze. Ook verbrandt men een foto van de overledene en wordt positieve energie opgedragen aan de overledene

Goed om te weten ? 

  • Er wordt een flinke periode gewacht met het afleggen van het lichaam om de laatste fase van het stervensproces niet te storen.
  • Men raadt aan de stervende op z'n rechterzij te draaien en de houding aan te nemen waarin ook Boeddha gestorven is.
  • Er is een sterke voorkeur voor cremeren, maar als het de wil van de overledenen is voor een begrafenis stemmen ze daar mee in.
  • Serveer strikt vegetarische versnaperingen, indien gewenst/ gepast


Belangrijkste: In deze cultuur kiezen ze ervoor om geen verdriet, angst of andere negatieve emoties te tonen bij een overlijden omdat dit een blijk geeft van een verkeerde gehechtheid.

Christendom 

In deze cultuur geloven ze vooral in het voorbestaan na de dood. De avond voor de begrafenis houden ze meestal een avondwake. Tijdens de dienst wordt een gedachtenisprentje uitgedeeld met een afscheidstekst. Bloemen zijn op deze begrafenissen in overdaad aanwezig.

Tijdens de plechtigheid besprenkelt de priester de kist met wijwater. Na de dienst gaan de priester en de nabestaanden met de kist of urne naar de begraafplaats. Hierna volgt er ook altijd een koffietafel

Goed om te weten? 

  • Ze worden begraven, maar verandert tegenwoordig . Ze laten hun ook vaak cremeren. 
  • Bij de begrafenis of crematie gaat veelal een afscheidsdienst of rouwdienst vooraf met daaraan voorafgaand een condoleance.

Belangrijkste : bij de uitvaart zelf voor verdriet getoond, maar de rouw daarna verloopt eerder ingetogen. Elk jaar op Allerzielen worden de doden herdacht, ze gaan naar het graf van hun dierbaren en plaatsen er bloemen.

Hindoeïsme

Hier kiezen ze meestal voor crematie, omdat dit de snelste manier is om het lichaam te laten reincaneren. De rituelen moeten hier strikt gevolgd worden om de reis van de ziel naar ander lichaam goed te laten verlopen. De overledene wordt zo snel mogelijk naar een uitvaartcentrum gebracht, waar hij wordt gewassen in de aanwezigheid van de familie. 

Op de dag van de crematie scheert de man die het dichtste bij de overleden stond het hoofdhaar af. Tijdens de afschscheidsplechtigheid maakt de priester vijf pindhs als eerbetoon aan Brahm. De mannen dragen de kist naar het crematorium en zetten de kist onderweg 5 x op de grond. Eens de kist ter plaatsen is wordt ze geopend en versierd met bloemenkransen. De oudste zoon loopt 5x rond de kist met brandende dia en raakt hiermee de mond van de overledene aan. De directe nabestaanden gaan mee naar de ovenruimte om de verbranding bij te wonen. 

Goed om te weten? 

  • Er is meestal elke dag rouwbezoek.
  • Na het overlijden mag onder geen enkele voorwaarden het lichaam gebalsemd worden.
  • In de rouwtijd is men strikt vegetarisch. 
Belangrijkste: Het tonen van verdriet is heel gewoon voor hindoes, zowel mannen als vrouwen tonen hun emoties. Er wordt een positieve uiting van emoties gestimuleerd.



Jodendom

In de joodse gemeenschap verzorgen nabestaande zelf de begrafenis. Ze vinden ook plaatst binnen de 36 uur na het overlijden. De overledenen wordt in een kist gelegd, waarna er aarde van Israël wordt uitgestrooid, of in een zakje bij het lichaam gelegd. 

Bij de begrafenis wordt de kist gedragen door de nabestaanden. Er wordt ook tijdens de dienst een herdenkingstoespraak gehouden, waarna nabestaanden de kist naar de begraafplaats begeleiden. Onderweg stoppen ze 3x om zo duidelijk te maken dat er geen haast bij is. De nabestaanden maken ook een scheur in hun kleding als teken van rouw, ze wassen ook de handen na het verlaten van de begraafplaats.

Goed om te weten?

  • Pas nadat de ziel is uitgegaan mag men de ogen en de mond pas sluiten. Dit wordt traditioneel door de kinderen gedaan.
  • Het troosten van de rouwende is niet op zijn plaats voor de begrafenis, rouwbezoek en afscheid nemen komen hier niet voor.
  • Het dragen van een keppeltje of een andere hoofdbedekking is gewenst tijdens de begrafenis.
Belangrijkste: de rouwende bevinden zich tussen twee toestanden: in relatie met de doden en de nabestaanden. De interactie met de andere nabestaanden is heel belangrijk voor de verwerking.

Islam

De dood is hier niet het einde, maar een overgang naar een ander leven.  Het rouwproces in deze cultuur duurt veertig dagen, deze wordt ook feestelijk afgesloten.Na het overlijden worden de ogen gesloten en wordt er gebeden. De uitvaart moet binnen 24 uur plaatsvinden, dat kan in het land van herkomst of op een islamitische begraafplaats. 

De overledene wordt in doeken, liggend op de rechterzij, in de richting van Mekka zonder kist begraven. Meestal zijn vrouwen en kinderen niet aanwezig op de begrafenis, Als kinderen toch meegaan is dit vanaf 10 jaar of 12 jaar. Na de begrafenis gaan ze naar huis om daar te eten en te drinken. Ze blijven ook het graf van de overledenen bezoeken.

Goed om te weten?
  • Publiek vertoon van verdriet is uit de boze.
  • Uiterlijke pracht en praal en muziek bij de uitvaart zijn verboden, alles moet sober zijn.
  • Er moet gescheiden gerouwd worden van de mannen en de vrouwen. 
  • Condoleren is gepast tot 3 dagen na het overlijden.
  • Een weduwe rouwt 4 maand en 10 dagen.
  • Er wordt niet veel over de overledene gesproken.
Belangrijkste: De eerste 3 dagen van de uitvaart wordt de familie gecondoleerd, en krijgen ze eten van familie en buren. Er wordt geen publiek verdriet aanvaard, het is verboden. Ze willen ook zo weinig mogelijk pracht, alles moet sober zijn.

Slot 
Het is heel duidelijk te merken dat de culturen heel hard verschillen als het over rouwen gaat. Zo als u ziet staat er altijd bij wat het belangrijkste is , dit is vooral als je als kennis, leerkracht,.. de mensen wil condoleren. Zo weet je wat wel mag en wat niet mag. 






leervraag 2: Hoe kunnen kleuterleidsters helpen bij het rouwproces van kleuters?

inleiding
We weten vaak niet hoe we moeten omgaan met verdriet van anderen. Men weet niet 
hoe het gesprek te beginnen, wat te zeggen, en men is bang om de verkeerde dingen te zeggen. Bij velen leeft de gedachten dat het beter is dergelijke onderwerpen niet aan te roeren bij kinderen en jongeren. Ze denken dat als ze er niet over praten ,ze er niet meer aan zullen denken. Maar ze zouden moeten beseffen dat het schadelijker is voor kinderen als de volwassenen het onderwerp omzeilen en hen proberen te beschermen tegen de realiteit van door, afscheid en verlies. 

Jonge kinderen hebben het vermogen om adequaat om te gaan met moeilijke situaties. Ze kunnen heel attent omgaan met verdriet, en volwassen kunnen hiervan iets leren. Kinderen zijn zeer attent en bezorgd. Kinderen willen over hun gevoelens praten, maar niet zoals volwassenen dit vaak doen.  Het gaat meer in de zin van : Praat het uit , dan kan je verder met jou leven. Kinderen bedoelen hiermee dat ze verhalen vertellen over hun leven, hier komen ook personen in voor die overleden zijn. 

De uiteindelijke reden waarom men het vaak zo moeilijk vindt om met kinderen over de dood te praten , is omdat we vaak niet weten wat te zeggen. Volwassen voelen hun vaak zelf onaangenaam bij de gedachte van dood.

waar moeten we rekening bij houden? 
we mogen niet vergeten dat het leven van het kind niet meer het zelfde zal zijn. Dood  verandert individuen en families voor altijd, dit wil niet zeggen dat ze nooit meer vreugde, vrolijkheid en plezier zullen beleven. Het doel is eigenlijk dat de kinderen de ervaring van het rouw heen komen zonder dat er ernstige schade voor het lichamelijke, emotionele of geestelijke welzijn ontstaat. Rouw is een complex en volkomen natuurlijk en noodzakelijk mengsel van gevoelens. Het doel moet niet zijn om het kind te genezen, maar we moeten omstandigheden gaan creëren  waarin het kind kan rouwen. 
Er is geen genezing voor verdriet, aandacht en genegenheid doen meer dan welk geneesmiddel ook, daarom  moeten we heel voorzichtig omgaan met kinderen die aan het rouwen zijn want hoe meer we als volwassen proberen het verdriet van het kind op te lossen , hoe meer weerstand een kind biedt. 
Er is weinig verandering in het gedrag van het kind, behalve wat teruggetrokken en misschien een achteruitgang in hun prestaties op school. 
wat kunnen we doen om het kind te helpen in het rouwproces? 
  • Helpen is vooral luisteren als een kind zijn gevoelens van pijn of droefheid uitspreekt of tot uiting brengt in zijn spel. Hiermee kan men voor een stuk de zware last van de kleine schouders wegnemen. 
  • Je moet de kinderen de boodschap mee geven dat het normaal is dat ze iemand missen omdat ze van die persoon houden, zo leren ze dat liefde en verdriet dicht bij elkaar liggen, dat verdriet te maken heeft met houden van, en dat het leven ook betekent dat men kan houden van mensen.
  • Het  beste is ook dat je de kinderen duidelijk maakt dat als iemand dood is, maar dat het niet betekent dat we niet meer van die persoon kunnen blijven houden.
  • Kinderen hebben veiligheid nodig om met hun gevoelens naar buiten te komen. Daarom moeten we rekening houden dat niet alle kinderen willen praten over wat er gebeurt , of toch niet op elk moment dat het jou uitkomt. 
  • Een goede begeleider loopt niet met een handboek met voorschriften rond, maar moedigt het kind aan te vertellen wat het beleeft in deze situatie. Het kind uitnodigen om te vertellen wat het bezighoudt, welke gedachten en emoties opkomen, en het kind een veilige en begrijpende aanwezigheid bieden. 
  • Het is belangrijk dat om zorgvuldig te letten op hoe men communiceert met kinderen. Kinderen hebben het moeilijk omdat ze  dingen letterlijk opnemen wat volwassenen tegen hun zeggen. 
  • Antwoord heel eerlijk om hun vragen en bekritiseer hun niet. Ze kunnen zeer reële vragen stellen, omdat ze het rouwen soms voor zich uit schuiven tot ze voelen dat voldaan is aan hun behoefte op fysiek en psychologische veiligheid. De antwoorden moeten begrijpelijk en vooral echt zijn. 
  • Observeer het spel van het kind. Spelen is voor hun het meest natuurlijke instrument voor communicatie bij kinderen. In hun spel kunnen ze zich op een veilige manier gaan uiten, ze gaan angstwekkende gebeurtenissen uitspelen om het zo onder controle te krijgen. 
  • Het is belangrijk om het regressief gedrag te gaan accepteren. het kind gaat terug in een vorige ontwikkelingsstadium. Daarom moet je oppassen dat je niet in blijvende overbescherming gaat, inspelen op factoren die veiligheid kunnen bieden is daarom belangrijk.
  • Het kind verzekeren dat men hen blijft accepteren en respecteren om hun eigen kwaliteiten, ook al hebben ze geen vader meer, geen moeder meer of geen grootouders.
  • Ga bij het kind in open communicatie waarin hun waarde en hun belangrijkheid als persoon worden erkend. 
  • Laat kinderen hun explosieve emoties tonen zonder hun hierover een schuldgevoel te geven. Aandachtig luisteren naar de ondergrond van de emoties, hun het gevoel geven dat ze deze emoties mogen uiten.
  • Je maakt het kind best duidelijk dat niemand de plaats van de overledenen ooit volledig zal innemen. Men houdt de herinneringen dat het kind heeft best instant.
  • Het kind duidelijk maken dat je samen met het kind altijd wil praten over de overledenen, niet zelf steeds praten over de overledenen en ook niet over het verdriet van het kind maar het kind er zelf over laten beginnen.
  • Geef juiste en directe informatie. Als men probeert informatie achter te houden voor kinderen, heeft dut gewoonlijk negatieve gevolgen. Kinderen achterhalen toch de waarheid.
  • Verberg uw gevoelens niet voor de kinderen.Volwassenen hebben de neiging naar een andere ruimte te gaan om te wenen, of hun gevoelens op te kroppen tot de kinderen naar bed zijn of naar huis zijn.
  • Geef hun tijd om om de dood te begrijpen.  Kinderen proberen te begrijpen door vragen te stellen, door gesprek en door spel begeleid hun daar in.
  • Houd er rekening mee dat kinderen niet lang met hevige gevoelens kunnen bezig zijn. Als men praat met kinderen over streven, zijn deze conversaties vaak kort. Ze veranderen snel van onderwerp en gaan spelen.
  • Geef kinderen de toelating bezig te zijn met hun verdriet. Men kan het beste de kinderen laten spreken over de overledenen, zowel over de dingen die men graag had als over de dingen die men niet graag had.
  • Geef gevoelens  voorrang boven alles, behalve veiligheid. Hiermee wordt bedoeld dat wanneer kinderen proberen hun gevoelens te delen, dat we al de andere rest waar we mee bezig zijn even aan de kant schuiven. Men geeft hun dan de boodschap dat hun gevoelens belangrijker zijn en dat men tijd wil nemen om te luisteren.
  • Informeer hen over de mogelijke reacties en gevoelens. 
  • Geef kinderen de verzekering dat het leven en het gezin verder gaat. Ze hebben er behoefte aan om te weten wat anders zal zijn en wat gelijk zat blijven.
  • Geef kinderen de kans om hun eigen gedachte en gevoelens uit te spreken. Hun gevoelens kunnen uitspreken is zeer belangrijk om te evolueren van het ene gevoel naar het andere.
  • Geef kinderen het gevoel dat ze mogen kinderen zijn. Ze hebben behoeften te ervaren dat de ouderlijke rol van zorg,liefde en discipline behouden blijft.
  • Erken dat een kind meer verliest dan de dierbare persoon. Een kind drukt niet alleen gevoelens uit over de dood maar ook over de verandering zelf.
  • Moedig hen aan te praten met hun vrienden. Jongeren hebben vaak de sterke behoeften om zich te voelen zoals hun leeftijdgenoten.
  • Stimuleer de omgeving ook aandacht op te brengen voor de kinderen.Stuur zelf ook een kaartje naar het kind zelf.
  • Accepteer de uitspraken van verdriet. Besef dat kinderen anders denken dan volwassenen. Reageer dus niet gechoqueerd op de uitlating van kinderen, luister eerder naar de gevoelens van kinderen in hun plaats van hun te vertellen wat ze moeten voelen, doen en denken.
  • Vertel nooit aan kinderen dat ze zicht sterk moeten houden en niet moeten huilen. Dit is het zelfde als kinderen vertellen dat men hun gevoelens minimaliseert.
  • Als kinderen overdreven actief lijken na het verlies, plan dan elke dag een moment van rust. Tien tot vijftien minuten per dag is voldoende om het kind te kalmeren.
  • Let op alarmerende signalen die kunnen wijzen op abnormale rouw.De vraag is niet hoe het kind zich gedraagt maar hoe lang het kind zich zo gedraagt. 
  • Maak omgaan met verlies en verdriet tot een onderwerp in het lesprogramma. Zo kan je kinderen leren wat verdriet met mensen doet.
Slot 
Als leerkracht is het niet gemakkelijk om met alles rekening te houden, maar als je rekening houdt met de verschillende tips en elementen dan kan je het kind toch al goed ondersteunen. We mogen niet vergeten dat we een heel belangrijke rol hebben in het rouwproces en dat elk kind anders is.


Hun gezicht ken ik nog: 
doorgroefd met rimpels van lach
en mannentranen.
Hun mond stond wat scheef,
hun ogen hadden de matte glans
der jaren
en van druiven.
Hun adem ging vlug 
en hun stem stokte al wat meer.
Ze zijn niet meer, de grootvaders, 
hun handen rusten in het hout 
van hun kist, 
hun hoofden liggen in de grond 
die ze bewerkten, aanbaden en verwensten.

Willie Verhegghe

leervraag 1 : Hoe staan kleuterleiders tegenover rouwen in de kleuterklas?

Inleiding 
Als kleuterleider kom je volgens mij vaak in contact met rouwende kinderen. Rouwen is niet alleen voor mensen die overleden zijn , maar ook voor een huisdier, knuffel, scheiding,.... 
Daarom vindt ik dat niemand beter kan antwoorden over rouwen in de kleuterklas dan kleuterleiders zelf. Ik heb daarom een interview afgenomen met verschillende kleuterleiders.
De interview vragen waren deze: 


  1. Vind u het belangrijk om in de kleuterklas het te hebben over rouwen ?
  2.  Hebt u al een kind gehad die iemand verloren heeft ? hoe bent u hier mee omgegaan?
  3.  Houd u rekening  met de verschillende culturen in u klas tijdens een rouwproces?
  4.   Welke tips kan u geven voor andere kleuterleidsters die hier mee in contact gaan komen ?
      Wat kunnen we nu vaststellen uit deze vragen? 

      Ik merk dat elke kleuterleider het wel belangrijk vind om in zijn klas te praten over verlies, verdriet. De meerderheid is van mening dat hoe vroeger ze er mee leren omgaan hoe beter ze in hun latere leven er mee kunnen omgaan.  Vaak vinden ze ook dat het niet alleen hoeft te gebeuren wanneer er iemand sterft, wanneer ze in contact komen met verdriet. Kleuterleiders doen dit vaak ook wanneer het Allerheilige is of wanneer er iets in de media gebeurt waar er veel belangstelling voor is. Als het over de verschillende culturen gaat tijdens het rouwproces dan ben ik er persoonlijk wel van verschoten hoe weinig kleuterleiders hier rekening mee houden. De meeste willen het wel maar weten er niet genoeg over. Als kleuterleiders zelf in contact komen met rouwende kinderen dan worden ze vaak zelf geëmotioneerd hierdoor. Dit komt omdat ze een band met dat kind hebben, ze zien het kind niet graag leiden. Daarom kunnen we er ook uitvertellen dat de kleuterleiders hun job met hart en ziel doen, en er alles aan doen om het kind te helpen en te ondersteunen.

Welke tips geven ze aan andere kleuterleiders?

  • ·         Wees echt
  • ·         Toon zelf u gevoelens
  • ·         Praat openlijk met de kleuters over de dood
  • ·         Stel vragen aan hun hoe zei de dood zien, doe er een klasgesprek over
  • ·         Laat ze iets lief vertellen over de overledenen
  • ·         Hang eventueel een foto als het kind zich daar beter mee voelt
  • ·         Laat de andere kinderen het kind een knuffel geven
 Voorbeeld antwoord van een intervieuw met een kleuterleidster.


Interview rouwen in de kleuterklas
1.       Vind u het belangrijk om in de kleuterklas het te hebben over rouwen ?
Zeker en vast. Rouwen is een deel van het leven. Hoe vroeger kinderen er mee leren omgaan, hoe beter ze er in hun latere leven mee kunnen omgaan. Dit kan tijdens Allerheiligen, als de klas vis sterft, als ze de klokken van de kerk na een begrafenis horen. Het moet niet altijd pas als een kind het heeft meegemaakt vind ik.
2.       Hebt u al een kind gehad die iemand verloren heeft ? hoe bent u hier mee omgegaan?
Neen. Het is wel iets heel anders, maar vorig jaar zijn m'n klas vissen gestorven. We hebben ze bekeken(hoe weet je dat ze dood zijn, zo verder naar: wat is dood zijn) iets lief over hen gezegd, en begraven.
3.       Houd u rekening  met de verschillende culturen in u klas tijdens een rouwproces?
Ik zou dat willen doen, maar zou me dan eerst moeten bevragen.
4.       Welke tips kan u geven voor andere kleuterleidsters die hier mee in contact gaan komen ?
Wees echt, ook met jouw gevoelens. Toen mijn grootmoeder gestorven was, wou ik mijn verdriet niet aan de kls tonen. Maar ik kon het niet inhouden en ben beginnen wenen. De reactie van mijn eerste klas was echt fantastisch. Ze wisten eerst niet goed wat te doen, toen is er iemand over mijn been komen aaien en toen zijn ze mij komen knuffelen. Meer heb je op zo een moment niet nodig.


Slot

We kunnen vaststellen dat alle kleuterleiders het beste willen met het kind zelf. Ook al moeten ze daarom de dingen dat ze gepland hebben even aan de kant schuiven. Ik vind het ook heel mooi dat de kleuterleiders zo begaan zijn met het kind en dan ook het kind apart nog eens willen ondersteunen tijdens het rouwproces. Wat ik ook heel goed vind is dat de kleuterleiders de andere kleuters mee betrekken hierbij en dat ze samen gaan bespreken wat de dood en rouwen nu juist inhoud.








2) politieke partijen en standpunten over religie en levensbeschouwing

Groen

Groen streeft naar een actieve pluralistische maatschappij dit wil zeggen , een multiculturele samenleving waar dialoog en ontmoeting centraal staan. Dit willen ze doen op een school omdat daar identiteitsvraagstukken en verschillende religieuze overtuigingen aanwezig zijn. Daarom moet volgens Groen een school een plaats zijn waar ontmoeting en dialoog in de praktijk worden gebracht.

Groen erkent de pluriformiteit en de waarde van geloofsbeleving en cultuur. Ze vinden dat kinderen en jongeren erkenning moeten krijgen voor hun levensbeschouwing zonder in verdediging te moeten gaan. En daarom vinden zij dat ouders het recht hebben om hun kinderen via de schoolkeuzes waarden mee te geven. Want kinderen zijn zoekend naar hun identiteit, en deze zoektocht verloopt gedeeltelijk langs levensbeschouwelijke paden. Vandaar dat levensbeschouwelijke vakken een rol kunnen spelen in de ontwikkelingskansen van de kinderen. 

Belgische Alliantie

Ze zijn er van overtuigd dat het levensbeschouwelijk onderwijs heel belangrijks is. Omdat de jeugd met zo veel keuzes en verleidingen wordt geconfronteerd. Daarom is het belangrijk om in onze competitiegerichte maatschappij bij de schoolopleiding niet alleen de focus te gaan leggen bij “wat moet ik hebben”maar naar het “wie kan ik zijn?”

Open Vld

Levensbeschouwelijk onderwijs, in zijn breedste vorm, is een wezenlijk onderdeel van onderwijs. Daarom is het ook belangrijk om de maatschappelijke evoluties te volgen teneinde ermee samen te sporen en dus betekenisvol te blijven voor alle huidige en toekomstige generaties jongeren in het onderwijs.

CD&V

Volgens CD&V is levensbeschouwelijk onderwijs onmisbaar in de vormingen van jonge mensen. Opleiding en in zekere zin begeleiding van jonge mensen voor wat betreft de grote levens- en zinvragen en alles wat met die vragen verband houdt, is van kapitaal belang.


SP.A
Sp.a maakt een onderscheid tussen onderwijs ‘ in’ een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing en ‘over’ godsdiensten en levensbeschouwing.  Ze vinden dat we in onze multiculturele maatschappij op de hoogte moeten zijn van verschillende levensbeschouwingen of culturen. Er kan getwist worden over welke levensbeschouwingen aan bod moeten komen in ons onderwijs. Volgens hun moet er gekeken worden naar de mate van contact en aanwezigheid op ons grondgebied om daarover te oordelen.  In de huidige situatie lijkt het ons evident dat iedereen die ons leerplichtonderwijs voltooid een idee heeft van de basiskenmerken van de islam en het rooms- katholicisme. Daarom moet er overwogen worden om de basiskenmerken van het boeddhisme aan te leren in het leerplichtonderwijs. De levensbeschouwingen zijn uiteraard essentieel erg verschillend. Het is dan ook nodig dat de inhoud van de normatieve vakken vastgelegd wordt door de gemeenschap die rond de betreffende levensbeschouwing bestaat. Dat wil echter niet zeggen dat men geen overkoepelende leerdoelen kan bepalen, die voor de verschillende levensbeschouwingen gemeenschappelijk zijn. Om duidelijk te maken waaraan het levensbeschouwelijk vak aan moet voldoen, denken  ze  dat het beter zou zijn om een dergelijke gemeenschappelijke sokkel te bepalen met de vertegenwoordigers van de verschillende erkende levensbeschouwingen. Het betreft hier bvb. respect voor diversiteit en verdraagzaamheid. 

Vlaams Belang 

Het Vlaams belang vind dat er niet geraakt mag worden aan de vrijheid van de scholen om zelf te beslissen welke inhoud zij aanbieden bij lessen over levensbeschouwing. Ze vinden dat er in de meeste scholen tijdens godsdienst al aandacht wordt gegeven aan andere levensbeschouwingen en de vergelijkingen van de verschillende levensbeschouwingen in de verschillende culturen. 

NVA
Volgens hun moeten ze niets veranderen aan het systeem dat nu inwerking is. NVA vindt dat de overheid zich niet moet mengen in de opvoeding van de kinderen, ze vinden dat de ouders nog altijd kiezen welke school het beste bij hun past . Ze vinden dat de opvoeding van de eigen kinderen behoort tot een van de meest  persoonlijke vrijheden die men als mens heeft.


mijn mening? 
Ik vind dat we levensbeschouwelijke vakken nodig hebben in de klas. Het is belangrijk om de kinderen nog verschillende waarden mee te geven. Persoonlijk vind ik het dan ook belangrijk dat de kinderen gaan stilstaan met wat deze waarden doen met hun en met andere mensen zowel in hun cultuur als is een andere culturen.

link met mijn onderwerp? 
Persoonlijk  vind ik dat Vlaams Belang en NVA het meeste met mijn thema passen.
Vlaams Belang:
Zei vinden dat er niet mag gemoeid worden in de inhoud van de lessen van levensbeschouwelijk onderwijs. Ze vinden ook dat er aandacht moet besteed worden aan het verschil in verschillende culturen , dit doe ik zelf ook . Ik ga het verschil  zoeken van de verschillende culturen tijdens het rouwen. 
NVA:
NVA vindt dat er niets moet veranderd worden aan het systeem dat nu in werking is. ze vinden dat ouders nog altijd zelf mogen kiezen was het beste is voor hun kind. Ik vind dat ouders ook zelf moeten gaan bekijken hoe ze het kind gaan ondersteunen in het rouwproces en dat wij als kleuterleidster de ouders hier in gaan begeleiden. 

http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/

1) Obama en geloof



Obama zegt dat er niet alleen maar een christelijke godsdienst zijn maar dat er ook andere religies bestaan zoals Jodendom, Boeddhisme, Islam, Hindoeïsme en  niet- gelovigen.
En ook al hadden we alleen maar christelijke godsdienst toegelaten. Wie zou dan in de scholen godsdienst gaan geven? Of welke godsdienst zouden we dan wel en niet mogen geven? En wat zouden we dan leren aan de kinderen? Wat zouden we allemaal wel mogen en niet mogen volgens onze godsdienst? We kunnen eigenlijk er vanuit gaan dat we hier altijd discussies kunnen  gaan over vormen.


Democratie gaat er ook voor gaan zorgen dat religieus  gemotiveerde hun zorgen vertalen in het universele in plaats van specifieke religieuze waarden.  Hij wilt hiermee zeggen dat voorstellen in de politiek of hierbuiten een goed argument moeten bevatten en voor rede vatbaar moeten zijn. Obama geeft als voorbeeld Abortus om te illustreren wat hij nu juist bedoeld. Hij zegt dat hij zelf door zijn eigen religieuze redenen en achtergronden tegen abortus kan zijn. Maar als hij wil dat hier een wet tegen wordt opgesteld om dit in de praktijk te laten verbieden, dan moet hij een argument kunnen voorleggen die toegankelijk kan zijn voor alle mensen. En met alle mensen bedoeld hij zowel christenen , als mensen met een ander geloof, als mensen die niet gelovig zijn

Voor Obama is politiek het afhangen van mogelijkheden en het overtuigen van elkaar. Het gaat vooral om compromissen , de kunst wat mogelijk is. Maar op fundamenteel level laat religie compromissen niet toe. Dan is dit de kunst van het onmogelijke. Om dit duidelijker te maken illustreert hij het met het verhaal van Abraham en Isaac.


Obama vind dat we wel nog werk hebben maar hij gelooft dat miljoenen gelovige Amerikanen willen dat dit gaat gebeuren. Hoe religieus de mensen ook zijn ze zijn het beu  om geloof gebruikt te zien worden als middel van aanval. Ze willen niet dat geloof gekleineerd word of verdeelt wordt. Want het is niet hoe ze denken over geloof in hun eigen levens.

hoe denk ik hierover? 
Ik vind de dingen die Obama aanbrengt zeer belangrijk. We leven in een maatschappij waar verschillende culturen, religies zijn. Daarom is het belangrijk dat we gaan kijken naar verschillende culturen en dat we hier rekening bij gaan houden. En zo proberen om een compromis te sluiten bij de verschillende religies.

link met mijn thema? 
Door mijn onderzoeksvraag moet ik zelf gaan bekijken wat het verschil is in de verschillende culturen rond rouwen. Obama geeft hier zelf een link naar : niet alleen maar een christelijke godsdienst zijn maar dat er ook andere religies bestaan zoals Jodendom, Boeddhisme, Islam, Hindoeïsme en  niet- gelovigen. Ook heeft hij het over de scholen en de godsdiensten in de scholen, zelf ga ik ook kijken hoe de kleuterleidster openstaan voor rouwen in de kleuterklassen en ook hoe ze dat aanpakken door de verschillende culturen.

afbeelding-/thomas/cms2/uploads/image/pictures_bottom_middle/_medium/obama_bid.jpg

donderdag 20 maart 2014

Welkom

Hallo,

Ik ben een student van de Khleuven.
Voor een schoolopdracht moeten wij een bepaald thema uitkiezen en uitwerken.
In deze blog wil gaan onderzoeken welke verschillende manieren er bestaan om de kinderen te helpen bij het rouwen en welke verschillende manieren er bestaan in hoe mensen rouwen.
Verlies is heel moeilijk om te aanvaarden en daarom is het juist zo belangrijk om op een juiste manieren om te gaan met de kinderen.
Die antwoorden kan je op mijn blog vinden.

veel leesplezier!

motivatie van keuze van dit onderwerp

Dit onderwerp spreekt mij zo aan door verschillende redenen:

Als we verdriet hebben staan we niet zo snel stil met hoe de kinderen met verdriet omgaan.
We denken heel snel dat ze het nog niet zo goed beseffen en we geven er daarom niet voldoende aandacht aan.
Toch  zijn er al heel veel jonge kinderen die iemand verliezen en daarom wil ik zoeken hoe we op een goede manier de kinderen kunnen ondersteunen in hun rouwproces.

Mijn mening rond rouwen.

Dit werk heeft mij heel hard aan getrokken omdat ik zelf niet goed weet hoe ik moet reageren als ik iemand verlies. Zelf weet ik nooit goed hoe ik dan de mensen rond om mij moet toelaten of helpen. Ik ben nu 21 dit jaar en ik weet zelf nog niet hoe ik juist het beste kan reageren, hoe weten kleuters dit dan ? Daarom denk ik dat het belangrijk is als kleuteronderwijzeres dat je goed gaat bekijken hoe je dit het beste kan aanpakken en welke manieren hiervoor bestaan.

terugblik artikel:
Het artikel geeft u uitleg over wat rouwen nu juist gebeurt. Wat kunnen wij nu doen en welke dingen mogen wij zeker niet vergeten. In het artikel zijn ook verschillende leeftijd en wat de kenmerken zijn in die leeftijd waar jij al Leeraar rekening mee moet houden.Ze leggen ook goed uit dat er verschillende manier bestaan, elk kind rouwt anders. Volwassen en kinderen gaan anders om met rouwen en het is heel belangrijk om hier mee rekening te houden.

Het artikel laat mij ook beseffen dat ik altijd verkeerd heb gereageerd doen ik mijn grootouders en mijn nokel aan kanker verloor. Als kind wou ik er toen zelf niet over praten, Ik probeerde het te verwerken met mijn eigen fantasie en als er toen iemand deze tips met mij had gebruikt of bij mij echt eens grondig gepraat misschien had ik het dan niet zo moeilijk gehad met het verlies van mijn grootouders, misschien had ik dan op een goede manier gerouwd.

Daarom wil ik nu de juiste manieren van rouwen , de tips die ik kan gebruiken om kleuters te helpen bij het rouwen gaan gebruiken als ik daar mee in contact ga komen. Zo kan ik later op een juiste manier omgaan met het verdriet en kan ik een echte steun zijn voor de personen die iemand verloren zijn.

iedereen gaat anders om met verlies:
Je merkt in je omgeving dat iedereen anders reageert bij verlies. Dit is ook door de band dat je met die persoon had of met dat dier. Het hangt ook heel hard af met de persoonlijkheid van die persoon en het ontwikkelingsniveau waarin het kind zit. Ook de cultuur is een belangrijke rol want elke cultuur gaat anders om met verdriet.

hierdoor merk je ook dat rouwen iets heel moeilijk is doordat iedereen er anders mee omgaat.
En dat is dan ook de reden waarom ik thema uitwerk. Ik wil zoveel mogelijk manieren leren kennen om zo op een juiste manier te kunnen omgaan met het rouwen.

artikel klasse


Verdriet en rouw

 1 reactie 

Deze brochure

De school kan verdriet bij leerlingen niet wegnemen. Ze kan haar leerlingen er wel mee helpen en er leren mee omgaan. Maar hoe dan? Verdriet en rouw een plaats geven op school bijvoorbeeld.

Verstopt verdriet

Eén op vier leerkrachten in het basisonderwijs verloor ooit een leerling. Twee op drie leerlingen in het secundair werden reeds geconfronteerd met de dood van een leerkracht of medeleerling. Ziekte en dood worden in onze samenleving vaak verstopt. Ook op school. Maar verdriet en rouw maken deel uit van het leven van elke dag: de hond van Jonas wordt doodgespoten, Evi verhuist of Jorens ouders gaan scheiden. Een school die een klimaat creëert waar leerlingen terecht kunnen met al hun gevoelens, ook met hun kleine verdrietjes, zorgt ervoor dat leerlingen ook groot verdriet makkelijker kunnen verwerken.

Homer, leraar:
«Haar bank is blijven staan»

«Vincianne werd ‘s avonds doodgereden. De volgende morgen wist ik het al voor ik naar school vertrok. Hoe moest ik dit aan mijn vijfde klas vertellen? Gelukkig waren er enkele ouders op school aanwezig die meteen bijsprongen, want alleen had ik het niet gekund. We hebben de leerlingen voorzichtig maar duidelijk het nieuws verteld. De rest van de morgen verliep heel vreemd. Soms huilden kinderen hartverscheurend en hield een van de mama’s hen alleen maar vast, zonder iets te zeggen. Plots was het doodstil, dan weer werd er verteld, gelachen zelfs om een leuke herinnering. Het was een weg en weer van gevoelens en woorden. Later zijn we naar het park gegaan. Daar reageerde iedereen zich op zijn manier af: soms hollen en schreeuwen, dan weer doodstil staan of hardop huilen. Het mocht.
De rest van de week zijn alle gewone activiteiten moeten wijken voor ons verdriet. Ik had een map met gedichten en teksten rond de dood en die was de rode draad in de week. We hebben getekend, geschreven, gepraat En we hebben ook samen, niet enkel met onze klas maar met de hele school, ons deel gedaan in het afscheid en de begrafenis. Gedragen door de hele school konden we met ons verdriet overweg.
Dat verwerkingsproces heeft nog de rest van het schooljaar geduurd en is wellicht nog niet helemaal rond. Vinciannes bank is blijven staan, met haar foto en een kaars. Soms stond er plots een kind op en ging die aansteken of we vormden samen spontaan een kring rond de lege bank. Vergeten wordt Vincianne niet.»

een probleem?

Wat?
VELE VARIATIES EN GRADATIES
  • Op school komt verdriet in alle gradaties en variaties voor: een onvoldoende voor een proefwerk, «Ze pesten mij», «Mijn ouders houden niet van mij»
  • Rouw is het verdriet om iemand (of iets) die je dierbaar was en die je kwijt raakt. Bij elk verlies («Mijn lief heeft het uitgemaakt») kan er sprake zijn van een rouwproces, dus ook bij een scheiding of verhuizing.
  • Het verdriet als een kind een dode eekhoorn vindt in het bos is natuurlijk van een andere intensiteit dan als er een mens sterft met wie de leerling een emotionele band heeft. Soms zet een klein verlies de deur open om een groot verdriet te verwerken (uitgestelde rouw).
Hoe?
IEDEREEN ANDERS
  • Een kind rouwt gedeeltelijk anders dan een volwassene. Soms is het in eerste instantie bezorgd om zijn eigen behoeften («Wie brengt me nu naar de muziekschool?»). Soms stelt het zijn rouwen weken of maanden uit tot het zich veilig genoeg voelt om zijn verdriet te uiten. Geen van beide zijn een teken van gevoelloosheid.
  • Hoewel elke leerling volgens zijn eigen persoonlijkheid en ontwikkeling anders reageert, zijn er toch enkele fases te herkennen qua leeftijd. Vaak overlappen ze elkaar.
    • Kinderen tot drie jaar. Zij voelen duidelijk aan dat er iets mis is, maar kunnen dat niet onder woorden brengen. Sommige kinderen huilen, anderen worden heel wild, weer anderen kruipen weg in een hoekje. Ze gaan zich soms ‘vreemd’ gedragen.
    • Drie- en vierjarigen zijn merkelijk ontredderd. Zij hebben al een besef van verlies. Zij hebben moeite om het definitieve karakter van de dood te aanvaarden. Zij denken veeleer cyclisch: dood is een tijdelijke fase waar weer leven op volgt.
    • Vier- en vijfjarigen hebben een meer realistische voorstelling van de dood, hoewel ze die vooral met oud zijn associëren. Iets wat kinderen m.a.w. niet kan overkomen. Zij maken de verbinding met angst, duisternis en slapen.
    • Vijf-en zesjarigen denken opnieuw cyclisch. Zij kunnen hun gevoelens verbaal uiten en stellen veel vragen naar de biologische kant van het doodgaan. Ze hebben ook hun eigen duidelijke creatie van doodgaan.
    • Zeven- tot tienjarigen hebben niet enkel belangstelling voor de fysieke aspecten van de dood. Zij zijn ook bezig met wat er na de dood gebeurt.
    • Vanaf elf jaar kunnen jongeren beter abstract denken. Hun manier van omgaan met de dood gaat in de richting van die van volwassenen. De jongere gaat stilaan op zoek naar de betekenis en waarde van leven en dood.
Hoe?
ROUWEN IS WERKEN
Rouwen bestaat uit vier taken, die iedereen moet doorlopen om een verlies echt te verwerken. Sommige leerlingen rouwen niet op het moment zelf en beginnen pas later na een schijnbaar onbelangrijk incident hun verdriet te verwerken. Rouwen gebeurt niet vanzelf. Het is werken. Daarom spreken we van rouwarbeid.
Taak 1: het verlies onder ogen zien. Vaak probeert men kinderen en jongeren te beschermen voor de realiteit. Dat maakt verwerken moeilijk. Leerlingen in rouw hebben behoefte aan aandacht, liefde en veiligheid, een klimaat waarin ze hun verlies onder ogen durven te zien. Maar ze hebben ook behoefte aan duidelijkheid. Een koekje of «Huil maar niet meer» helpen niemand. Om leerlingen te steunen moeten leerkrachten en ouders vragen uitlokken en ze beantwoorden.
Taak 2: de pijn van het verlies ervaren. Ouders en opvoeders willen kinderen behoeden voor pijn. De omgeving voelt zich bovendien oncomfortabel als iemand verdriet uit en probeert het toe te dekken. Maar als leerlingen de pijn niet voelen, komt ze vaak op een later moment terug in de vorm van een psychosomatische klacht (hoofdpijn, slapeloosheid) of van afwijkend gedrag (plotse onverklaarbare agressie, slechte schoolresultaten). Wie met de dood wordt geconfronteerd, moet door de pijn heen. Alles wat dat proces onderdrukt, verlengt het. Iemand die rouwt is overigens niet de hele tijd depressief. Er zijn periodes van hevige angst en verdriet, afgewisseld met momenten dat het beter gaat. Uit die goede tijden kan men echter niet afleiden dat iemand over het verlies heen is.
Taak 3: leven zonder de overledene. Het is niet altijd makkelijk om de draad weer op te pikken. Als iemand sterft, gaat men soms de dode idealiseren. Als het rouwproces normaal verloopt, komt er stilaan weer een realistisch beeld in de plaats met goede en slechte(re) kanten.
Taak 4: zich emotioneel losmaken en opnieuw investeren in andere relaties. Sommigen denken de dode oneer aan te doen door te investeren in andere relaties. Of ze laten zich afschrikken door het feit dat ook die nieuwe relaties kunnen eindigen in afscheid en verdriet. Sommigen vinden het verlies zo pijnlijk dat ze zich nooit meer emotioneel willen binden. Zo willen leerlingen bijvoorbeeld geen vriendje meer hebben en trekken ze zich eenzaam terug. Deze vierde taak is voor velen de moeilijkste om te vervullen.
Het resultaat van geslaagde rouwarbeid is niet: vergeten. Iets van het verdriet gaat een heel verder leven mee. Maar leerlingen gaan zich wel opnieuw goed voelen. Ze kunnen opnieuw afrekenen met de problemen van alledag en worden minder in beslag genomen door het verdriet.

de aanpak

thuis en op school: aanpakken
  • Een leerling die in zijn familie met de dood wordt geconfronteerd, kan het best opgevangen worden binnen zijn gezin. Maar vaak hebben de leden van dat gezin zelf zoveel te verwerken dat zij niet openstaan voor de pijn en het verdriet van de leerlingen. Heb geduld met hen en spring bij waar nodig. Dan kan een vertrouwde leerkracht veel goedmaken. Hou echter ook rekening met je eigen verdriet.
  • Slaat de dood op school toe, dan is het van groot belang dat de school als geheel alle leerlingen opvangt, dus niet enkel de klasgenootjes van de overledene of de leerlingen van een overleden leerkracht. Neem contact op met de omliggende scholen. Ook daar kunnen vrienden en vriendinnen van de overleden leerling het moeilijk hebben.
Hoe reageren de leerlingen?
Bij het overlijden van een klasgenoot reageert een groep leerlingen vaak volgens een vast stramien:
  1. De meeste leerlingen – behalve kleuters – reageren in eerste instantie met verslagenheid. Het is dan aan de leerkracht om de stilte te doorbreken met gepaste vragen of opmerkingen, zonder echter afbreuk te doen aan het belang van die stilte.
  2. Dan sluiten ze de rangen. Dit is hun verdriet. Zo steunen zij elkaar en kunnen ze samen wenen. Heb echter oog voor het feit dat ze misschien zo vrienden van de overleden leerling buitensluiten die niet in dezelfde klas (of school) zitten. Anders komen die alleen te staan met hun verdriet.
  3. Nadat ze van de eerste schok zijn bekomen, willen leerlingen iets doen. Luister aandachtig naar hun eigen voorstellen. Die geven aan wat zij nodig hebben. Help hen op zinvolle wijze hun verdriet te uiten, maar ook medeleven te betonen aan de ouders en familieleden van de gestorven leerling. Zoek uit wat de leerlingen kunnen doen bij de begrafenis/uitvaartdienst/crematie (samen een rouwboek maken van hun tekeningen, een lied zingen of bloemen dragen). Geef hen de kans om als groep – eventueel met de hele school – de begrafenis/crematie bij te wonen. Dat is voor iedereen een belangrijke stap in het rouwproces.
  4. Verdriet vraagt tijd. Hou de herinnering van de overleden leerling levend. Verwijder zijn of haar bank niet uit de klas, hang een foto op, durf zijn naam noemen bij speciale gelegenheden op school. Dat helpt de anderen om hun verdriet verder te verwerken. Het is niet abnormaal als dat twee jaar duurt. Negen maanden na een overlijden, heeft één leerling op vijf er nog problemen mee. Verminderde leerprestaties, onhebbelijk gedrag, ongewone reacties kunnen dan nog steeds een uiting zijn van het verwerkingsproces. Heb daar begrip voor en grijp de kans aan om indirect opnieuw het onderwerp ter sprake te brengen. Verwijs echter op tijd door (naar CLB, huisarts) als de rouw problemen dreigt te geven.
Hoe GEEF je hulp?
  1. Leerlingen worstelen op twee niveaus met de dood. Intellectueel proberen ze te begrijpen wat de dood betekent en emotioneel proberen ze om te gaan met hun gevoelens. Antwoord op al hun vragen. Ze zijn soms bezig met concrete feiten («Heeft hij het koud?» «Waar is zij nu?»). Wees niet bang om te zeggen: «Ik weet het niet.»
  2. Geef begrijpelijke en echte antwoorden. Soms kunnen leerlingen niet alle details aan. Het gaat er niet om of we iets zeggen, maar hoeveel we zeggen, op welk moment en op welke manier. Men kan de uitleg doseren volgens wat ze op dat moment aankunnen. Maar ook voor de volwassene kan het te moeilijk worden. Zeg dan gerust: «Meer kan ik je nu niet vertellen want ik heb het moeilijk.» Maar beloof wel dat je er later op terugkomt. En doe dat dan ook! Een volwassene is in zijn reacties een model voor de leerlingen.
  3. Luister naar de gevoelens achter de vragen. Spreek niet alleen over de overledene maar ook over de gevoelens van de leerling.
  4. Vertel de leerlingen dat iedereen die de dode heeft gekend, het nu moeilijk heeft. Als volwassenen hun verdriet durven laten zien, voelen ze dat het een normale reactie is, die dus mag. Anders denken ze misschien dat ze overdrijven en kroppen hun gevoelens op. Of ze geloven dat de volwassenen in kwestie niets gaven om de dode.
  5. Zeg dat niet iedereen gevaar loopt om nu te sterven, dat men meestal sterft na een lang leven. Vertel echter geen leugens: iedereen gaat uiteindelijk dood, maar we weten niet wanneer.
  6. Als je anders nooit over religie praat, moet je dat nu ook niet doen. Dat schept alleen verwarring.
  7. Zeg dat verdriet lang kan duren en nooit helemaal verdwijnt. Als men iemand voorhoudt dat hij wel gauw niet meer verdrietig zal zijn, zal hij na een tijdje zijn gevoelens niet meer durven tonen.
  8. Vertel de leerling dat je altijd samen wil praten over de overledene.
  9. Maak duidelijk dat niemand ooit in staat zal zijn de plaats van de overledene volledig in te nemen. Een moeder die overleden is, zal altijd de moeder blijven van die leerling.
  10. Hou de herinnering in stand. Doe niet alles weg wat aan de dode herinnert. Praat er geregeld over.

preventie

Wat kan een school of individuele leerkracht ‘preventief’ doen om leerlingen te steunen bij het omgaan met verlies en rouw?
GEEF RUIMTE AAN DE DOOD
  • Creëer op school een atmosfeer waarin het niet raar of stom is om emoties (blij, bang, boos) te hebben, maar waar emoties tot het dagelijkse leven behoren.
  • Ga het onderwerp ‘dood’ niet uit de weg. Er doen zich geregeld gelegenheden voor om er terloops over te spreken (een dood dier in het park, verkeer, niet alleen rond één november). Zo kunnen leerlingen vragen stellen in een niet emotioneel geladen sfeer en wordt het makkelijker erover te praten als er zich echt een sterfgeval voordoet.
  • Voorzie een stille hoek in de klas of een stille ruimte in de school. Leerlingen kunnen daar naartoe als ze dat wensen. Daar worden wel dwingende afspraken over gemaakt. Wie er naartoe gaat mag niet gestoord worden door andere leerlingen. De leerkracht kan wel suggereren om te praten over de gevoelens van de leerling die zich terugtrekt.
  • Neem als school de basishouding aan: «Hoe kunnen we helpen?». Zonder bemoeizuchtig te zijn of jouw hulp te willen opdringen, kan je je steun aanbieden, zowel aan de leerlingen in kwestie als aan de betrokken ouders. Wat expliciete aandacht («Hoe gaat het met je stage?») kan een uitnodiging zijn waar de leerling al dan niet kan op ingaan.
  • Is er een ritueel in de school waar je naar kan teruggrijpen in een crisismoment? Bijvoorbeeld een kring vormen en even stil zijn. Leerlingen herkennen dat ritueel als dragend. Zij voelen zich in de groep opgenomen en gesteund, ook op moeilijke momenten. Leerlingen weten vaak heel goed welke elementen ze willen inbouwen in zo’n ritueel. Volg hen daarin in de mate van het mogelijke.
  • Geef ruimte aan de doden. Als er op school een leerling of een leerkracht is overleden, hou de herinnering levend op school. Een permanente foto bijvoorbeeld in de inkomhal, blijkt een enorme steun te zijn, zowel voor de betrokken leerlingen als voor de ouders. Het is ook een gelegenheid om over de overledene te spreken als iemand daar behoefte aan heeft en het geeft het signaal: dood is niet vergeten.
WERK AAN EEN STAPPENPLAN
Bij het overlijden van een leerling of een leerkracht komt heel wat kijken. Het is best als je er binnen het schoolteam, inclusief het CLB, vooraf over nadenkt hoe je zoiets kan aanpakken. Duidelijke afspraken bieden een steun als het ooit nodig moest blijken. Maar er moet natuurlijk ruimte zijn voor aanpassingen op het moment zelf.
Wat je moet bespreken:
  1. De eerste opvang. Wie zorgt indien nodig voor de opvang van diegene die het bericht brengt (dat kan bv. een zusje of een ouder zijn), wie verifieert de informatie (als het bericht niet van de familie komt) en zoekt contact met de nabestaanden?
  2. Het crisisteam. Hierin zit zeker de directeur, de klastitularis, eventueel bereidwillige ouders of externe specialisten indien nodig. Eén persoon is eindverantwoordelijke. Het crisisteam coördineert initiatieven en is verantwoordelijk voor alle praktische regelingen, maar ook voor informatieverstrekking, contacten met de ouders, nazorg Het team beslist wie geïnformeerd moet worden (vergeet de vaste buschauffeur, afwezige leerlingen en leerkrachten, CLB-medewerkers niet) en wie dat doet.
  3. 3. Het slecht nieuwsgesprek. Als er een leerling van de school sterft is het vaste lesrooster zeker die dag niet aan de orde. De getroffen klas wordt bij voorkeur de hele dag begeleid door een vertrouwde leerkracht (klasleraar, groene leerkracht). Dwing echter niemand: respecteer het als een bepaalde leerkracht het te moeilijk heeft. De verantwoordelijke kondigt in de klas het nieuws zo snel mogelijk aan en geeft zo juist mogelijk informatie. Beslis wie de overige leerlingen waar toespreekt. Ook buiten de getroffen klas kunnen er leerlingen een sterke band hebben met de overledene. Denk van tevoren zorgvuldig na over wat je precies gaat zeggen en hoe je dat doet (een inleidende zin; het hoe, waar en wanneer; het bericht zonder franjes maar niet emotieloos; voldoende tijd voor emoties). Dit alles geldt ook als je de kans hebt gehad de groep op een overlijden voor te bereiden, bijvoorbeeld na een langere ziekte.
  4. Leerlingen die het echt te moeilijk krijgen, kunnen misschien in een bepaald lokaal worden opgevangen. Waar? Door wie?
  5. Wie neemt nog dezelfde dag contact op met de ouders en maakt een afspraak voor een huisbezoek? Overleg de volgende dagen met hen over de mogelijkheden voor de andere leerlingen om afscheid te nemen, op bezoek te komen Blijf hen trouwens uitnodigen voor schoolfeesten Duid daarvoor een verantwoordelijke aan.
  6. Wie informeert de andere ouders via een brief? Daarin moet staan: precieze informatie, wat de school doet qua opvang, wat ouders thuis kunnen doen, bij wie ze terecht kunnen met eventuele problemen.
  7. Wat bij een overlijden tijdens de vakantie: wat doen we minimaal op dat moment? Hoe vangen we de leerlingen op na de vakantie?
  8. Las ook evaluatiemomenten in binnen de school. Doen we het goed? Wat kan beter? Heb daarbij ook aandacht voor mogelijke problemen van collega’s
internet:http://www.klasse.be/leraren/eerstelijn/verdriet-en-rouw/